CD INFORMATION   ROOTSVILLE CD REVIEW
IAN SIEGAL (UK)
Broadside

1. Slaker
2. Hard-pressed
3. Quarantine
4. Kingdom Come
5. The Bleeding Cowboy's Lament
6. Like Hell
7. Stealing From The Queen
8. Little Paranoia
9. Take A Walk In The Wilderness
10. The Ballad of Big-foot Chester

Met artiesten van het kaliber van een Ian Siegal is het steeds weer hetzelfde liedje. Niet letterlijk te nemen in huidige context, want dit bekende gezegde zet een mens op het verkeerde been, ze zingen net niet steeds hetzelfde liedje. Met andere woorden, ze tappen niet alsmaar van hetzelfde vaatje.
Afgaande op één of meerdere vorige albums, gaan je verwachtingen zich logischerwijze uitstrekken in het verlengde dezer. En wat blijkt dan ? De artiest in kwestie presteert het om het over een heel andere boeg te gooien. Alsof hij het reeds geëffende pad van succes en herkenning niet verder wil bewandelen. Dat zou te gemakkelijk zijn, nietwaar ?
Wat is het trouwens dat maakt dat Ian Siegal nu reeds als een legende wordt beschouwd, bij leven dan nog wel ? Ikzelf durf zijn naam althans zonder enige schroom en schaamte in één ademtocht uit te spreken met die van Tom Waits, Nick Cave, Van Morrison en Bob Dylan, en dat om voor de hand liggende redenen. Los van hun uitmuntende schrijfselen, stem en charisma hebben voornoemden HET allemaal. En Ian Siegal heeft datzelfde HET, wat HET dan ook moge wezen. Sommigen noemen het talent. Ik vind het woord ontoereikend.

Ofschoon zijn eerste album “Meat & Potatoes” nog maar een kleine vijf jaar geleden aan deze wereld werd geschonken, heeft Ian de status van toonaangevende blues & soul god reeds bereikt. Dat heeft hij in niet geringe mate te danken aan zijn beklijvende shows.  Live laat hij bij éénieder die hem aan het werk ziet, een onuitwisbare indruk na. Een tattoo op je voorhoofd, Ian Siegal was here ! En datte we hem hebben willen in onze contrijen, is in het verleden reeds overvloedig bewezen. Behalve de talrijke kleinere festivals, trad hij reeds drie maal aan op BRBF te Peer en tweemaal op Moulin Blues te Ospel. Wie op deze internationaal geroemde festivals zo vaak uitgenodigd wordt, binnen een korte termijn van vijf jaar, heeft iets te vertellen, zou ik zeggen. En iedereen is het daar roerend met me over eens.

“Broadside” is het nieuwe geesteskind van Ian Siegal. Zijn vijfde CD is dit reeds, als men “A Bigger Plate…” meetelt, aangezien deze laatste een ‘deluxe’ uitgave is van “Meat & Potatoes” met een DVD erbij van zijn geprezen optreden op het North Sea Jazz Festival. Op 2 november zal dit prachtdingetje door Nugene Records op de markt gegooid worden. En ik zou me haasten als ik U was om er eentje van te bemachtigen, want….
Een eerste beluistering van de CD in de wagen, maakt me alleen maar nieuwsgieriger naar wat een ‘diepere’ studie bij mij zal teweeg brengen. De tien songs, die dit album rijk is, zijn, op twee na, van de hand van Siegal. En ze lijken me nogal sterk autobiografisch.

“Slaker” is een roekeloze opener, want deze ongewone song wordt door Ian als van de kansel gezongen. De titel van het nummer duidt ook aan, al was dat niet zo bedoeld, waar het op deze CD op aankomt. Een slaker is een mixer. Op deze plaat vinden we een mix van verschillende stijlen, niet na mekaar, maar door mekaar.
Ian speelt een oosters aandoende subtiele slide gitaar, bijwijlen klinkt het bijna als een viool. “Hard-pressed” is rhythm and blues in de ware zin van zijn betekenis. Zoals hij werd geserveerd in de sixties, en dat had niets van doen met de hedendaagse R&B, zoals die wordt gekweeld door krolse catwalkpoppen. “Kingdom Come” is op een gelijkaardige leest geschoeid, maar met een stevige trance-dreun er doorheen geweven.

“Quarantine” een song over the Queen of the broken hearts, kan nog een ander leven gaan lijden als de score voor een nieuwe Tarantino prent over hartsvampieren. Het lijkt of Ian Siegal iets insinueert of aangeeft, of is de naam van Qu(entin T)arantin(o)e, die verborgen zit in de songtitel louter toeval of de vrucht van mijn ziekelijke verbeelding.   
Country geblazen in “The Bleeding Cowboy’s Lament”. Een western zonder helden. Cowboys met vale gezichten als junkies, die gewond raken door verdwaalde kogels, zonder veel eer.
Met “Like Hell” brengt Ian hulde aan James Brown en Junior Wells. Met het hese overslaande geschreeuw achterin de keel en al inbegrepen. Laid back funk as cool as it can get.
Hij, Ian dus, bezorgt ons een hypnotiserende versie van Sam Carr’s “Stealing from the Queen”. Een bezwerende slide achterin de geluidsconstructie zorgt voor de juiste sfeer bij de woorden. Uiteraard kan er geen volwaardig rock of blues product worden afgeleverd, zonder tenminste één nummer te bevatten dat op een jungle beat gebouwd is. Zelfs Siegal vormt hier geen uitzondering op. Het is hem op het lijf geschreven. “Little Paranoia” dendert als een Amtrack je huiskamer in, Siegal imiteert de lonesome trainwhistle op zijn slidegitaar. Diddley is de machinist van stel.

Ian Siegal is niet te bescheten om een cover te brengen. Met “Take a Walk in the Wilderness” brengt hij ons een wondermooie versie van de toch al zeer geslaagde song van de Glasgowse bluesman George Ross Watt. Om stillekes van te worden. Vriend aan huis Jonny Henderson schuift de Hammond B3 erin. Volmaakte pracht.
In nummers als dit komen ook de producers capaciteiten van Matt Schofield aan de oppervlakte drijven. Hij kan het niet laten den Ian om zijn roots nog maar eens zwaar in de verf te zetten. Met “The Ballad of Big-foot Chester” vergast hij ons op een heus stukje verhalende prewar blues, met verwijzingen naar Patton’s pony en al. Hij is een miskend meester op National steel guitar en op zijn concerten kan mijn geluk bijna niet op als hij dit wapen voor de dag haalt.

Dames en heren, niet getwijfeld. Ga vanaf de dertigste oktober ’s avonds al maar bivakkeren vóór de deur van je favoriete en goed gesorteerde platenboer, zodat je op 2 november zeker bij de eersten zijt. Er moesten er maar eens te weinig zijn.

The band are :

Ian Siegal : vocals, acoustic/electric and National steel guitar
Andy Graham : electric and upright bass
Nikolaj Bjerre : drums and percussion

And with gueust musicians :

Jonny Henderson : Hammond C3 organ, Wurlitzer
Matt Schofield : rhythm guitar on tracks 02/06

witteMVS

INFO ARTIST
website
my space
RECORD LABEL
NUGENE RECORDS
website
DISTRIBUTION
BERTUS
website
PROMOTION
BROERE PROMOTION (Hans Broere)
website